Stem op een Vrouw x IkVerdienMeer: Waarom de politiek de loonkloof moet dichten

In dit artikel

Hoewel het sinds 1975 bij wet verboden is om mannen en vrouwen verschillend te betalen voor hetzelfde werk, verdienen vrouwen in Nederland 13 procent minder per uur dan mannen. In het huidige tempo zal de loonkloof pas in 2050 zijn gedicht. De politiek kan een grote rol spelen om dit voor elkaar te krijgen. In aanloop naar Equal Pay Day op 14 november vragen wij daarom aandacht voor het feit dat er nog altijd een loonkloof bestaat en lichten we toe hoe de politiek hier aan kan bijdragen.

 

De loonkloof: 47 jaar onrecht

In 1957 werd in Europese wetgeving voor het eerst vastgelegd dat mannen en vrouwen gelijk beloond moeten worden voor gelijk werk. Dat was hard nodig; mannen verdienden destijds regelmatig tot wel twee keer meer dan hun vrouwelijke collega’s, vanwege loondiscriminatie. In Nederland is het principe van gelijk loon voor gelijk werk in 1975 opgenomen in de Wet Gelijke Behandeling, maar 47 jaar later is er nog altijd een groot verschil tussen het bruto uurloon van werkende mannen en vrouwen. In 2022 is dat verschil gemiddeld 13 procent. Dit wordt de loonkloof genoemd. WOMEN Inc. berekende dat een vrouw in haar werkende leven hierdoor gemiddeld 300.000 euro (!) aan inkomsten misloopt.

Voor gemarginaliseerde groepen vrouwen is dit bedrag hoogstwaarschijnlijk nóg hoger. Uit internationaal onderzoek blijkt dat onder andere transgender personen, gehandicapte vrouwen, vrouwen van kleur en zwarte vrouwen, non-binaire personen en (arbeids)migranten het hardst getroffen worden door de loonkloof. Zij krijgen naast ongelijk loon ook vaak te maken met racisme, discriminatie of seksisme op de arbeidsmarkt.

De loonkloof wordt ten onrechte vaak geweten aan dat vrouwen deeltijd werken, inclusief de seksistische term “deeltijdprinsessen“, echter de realiteit is complexer. Denk bijvoorbeeld aan hardnekkige stereotypen en culturele tradities waardoor vrouwen in heterorelaties nog steeds het leeuwendeel van de onbetaalde zorgtaken op zich nemen. Door die ongelijke taakverdeling, gecombineerd met het feit dat werken als vrouw vaak letterlijk minder loont, kan de keuze van veel vrouwen om deeltijds te werken niet worden gekenmerkt als een vrije keuze. In beroepen die worden aangemerkt als ‘vrouwelijk’, zoals in de zorg en het onderwijs, is bovendien sprake van lage financiële waardering, worden er veel overuren gemaakt (onderwijs) en is het werk te zwaar (zorg) om het fulltime te doen. De coronapandemie heeft die ongelijkheid verder aangetoond; toen vooral vrouwen in de frontlinies stonden om de pandemie te bestrijden, maar deze waardering niet weerspiegeld zagen in hun salaris. Vrouwen kampen binnen bedrijven bovendien niet alleen met een loonkloof maar ook een glazen plafond; nog steeds stromen vrouwen minder vaak door naar topfuncties.

 

Gevolgen van de loonkloof

De loonkloof schendt niet alleen internationale en Europese afspraken, het staat ook gendergelijkheid in de weg. Zo is het merendeel van de mensen die minimumloon verdient vrouw, leven vrouwen vaker in armoede, en hebben vrouwen een verhoogde kans op ‘werkende armoede’. Dat houdt in dat je een betaalde baan hebt en toch onder de armoedegrens leeft. Dit komt vooral voor bij alleenstaande moeders. Ruim de helft van de vrouwen in Nederland is niet financieel onafhankelijk. Dat maakt vrouwen erg kwetsbaar bij bijvoorbeeld echtscheiding. De structurele achterstand van vrouwen kan generaties lang doorwerken; omdat vrouwen (veel) minder vaak eigenaar zijn van grond, een huis en geld, is er nauwelijks intergenerationele overdracht door vrouwen van deze middelen. 

 

Wie doet er wat aan?

In de politiek en in de top van het bedrijfsleven, waar de belangrijkste beslissingen over dit onderwerp worden genomen, zijn mannen nog steeds in de meerderheid. Het tegengaan van de loonkloof staan helaas niet bovenaan hun prioriteitenlijst. Uit onderzoek weten we dat vrouwelijke politici zich vaker dan mannelijke politici inzetten voor problemen die vooral vrouwen raken. Het is dus geen verrassing dat wetsvoorstellen over de loonkloof nu vooral door vrouwelijke politici worden geïnitieerd. Een voorbeeld is het initiatiefwetsvoorstel over gelijke lonen dat in 2019 in de Tweede Kamer is ingediend. Drie van de vier initiatiefnemers zijn vrouw: Ploumen (PvdA), Özütok (GroenLinks) en Van Brenk (50PLUS). En de recent aangenomen Europese richtlijn voor een hoger minimumloon is onderhandeld door Agnes Jongerius (PvdA Europa). 

Er wordt dus wel werk verzet, maar het is nog niet voldoende. Onder de noemer ‘Ik verdien meer’ schreven vrouwenorganisaties uit heel Nederland daarom een lijst op met negen actiepunten, gericht aan de politiek. Ben jij politiek actief? Dan moedigen we je aan om deze eisenlijst op jouw manier over te nemen, bij jouw partij onder de aandacht te brengen, en te helpen om de loonkloof voor eens en altijd uit te bannen.

Door de loonkloof te dichten wordt gendergelijkheid bevorderd, wordt armoede bestreden en stimuleren we de economie doordat vrouwen meer te besteden krijgen. Heb jij een goed voorbeeld uit de politieke praktijk, waar andere politici ook gebruik van kunnen maken? Laat het ons weten!

Dit blog is geschreven door Stem op een Vrouw en is onderdeel van de campagne ‘Ik Verdien Meer’.