Persoonlijke ervaringen: gezondheid

In dit artikel

Nog geen jaar nadat Eline Pollaert (zij/die) startte met haar eerste baan, kreeg die steeds meer pijn door een aangeboren lichamelijke aandoening. Ondanks herhaaldelijke meldingen bij de leidinggevende, werd Eline vernederd en liep ze 6 maanden een deel van diens salaris mis.

 

In januari 2016 startte Eline na diens afstuderen met een fulltime baan bij een grote Nederlandse universiteit. Klachten van haar aangeboren aandoening, zoals pijn, blessures en vermoeidheid, dienden zich al tijdens Eline’s studententijd aan. Door de nodige aanpassingen kon die toch fulltime sturen. Helaas verslechterde haar situatie snel door continue overbelasting op werk. Eline plande een gesprek in met haar leidinggevende om haar situatie te overleggen. De reactie van de leidinggevende was het tegenovergestelde van wat ze verwachtte: ze moest ‘gewoon wat meer doorzetten’.

Met veel lichamelijke pijn probeerde Eline haar normale werkzaamheden voort te zetten en zich aan te passen aan de nieuwe situatie. De uitblijvende support van haar leidinggevende was een klap in het gezicht. Toen de situatie onhoudbaar werd, schakelde Eline de bedrijfsarts in: “De bedrijfsarts zei direct dat ik niet alleen een aangepaste bureaustoel nodig had, maar ook een plek om ten minste een half uur per dag te rusten. Met een briefje van de bedrijfsarts ging ik opnieuw naar mijn leidinggevende.” De reactie was ditmaal evenmin ondersteunend: “Ben je soms een prinses op de erwt? We hebben hier geen plek om een rustruimte in te richten.” De noodzakelijke aanpassingen die de bedrijfsarts had voorgeschreven werden slechts deels doorgevoerd. De aangepaste bureaustoel kwam er pas na meerdere malen aandringen, de rustruimte kwam er helemaal niet.

“Als de pijn te erg werd, zei mijn leidinggevende dat ik maar op de vloer van mijn kantoor moest gaan liggen. Als collega’s iets wilden uitdraaien moesten zij over mij heen stappen om bij de printer te komen. Ik voelde me op die momenten zó klein, letterlijk en figuurlijk.” Tegelijkertijd kreeg Eline te horen dat die zich ‘verwend’ en ‘ondankbaar’ opstelde naar de werkgever en er werd getwijfeld aan haar ‘arbeidsethos’.

Eline: “Al enkele maanden na mijn indiensttreding kon ik geen volle werkdagen meer maken vanwege mijn steeds verder toenemende pijnklachten. Mijn leidinggevende stelde daarop voor om mijn fulltime contract te verminderen naar 30 uur per week. Ik was zo aan het vastlopen in mijn werk dat ik die kans met beide handen aangreep. Ze dachten nu toch eindelijk met me mee?” Enkele maanden later wees de bedrijfsarts Eline erop dat de contractaanpassing nooit had mogen plaatsvinden. Het is bij wet verboden om het contract van een werknemer aan te passen om gezondheidsredenen. Eline had officieel ziek gemeld moeten worden.

Eline: “Ik heb het gevoel dat mijn leidinggevende misbruik heeft gemaakt van mijn benarde positie. Ik was pas een paar maanden aan het werk, liep aan alle kanten vast en had geen idee waar ik recht op had. Dit was geen eerlijke, wederzijdse afspraak.” Hoewel Eline de hulp inschakelde van de vakbond en een advocaat, werd de contractverlenging niet teruggedraaid.

Eline kwam in mei 2017 volledig thuis te zitten en ging in 2018 ziek uit dienst bij de universiteit. Ze werd voor 70% afgekeurd. Tegenwoordig werkt Eline, met de nodige aanpassingen, als onderzoeker en zelfstandig adviseur.