Deze blog is geschreven door Mickey Steijaert, onderzoeker en beleidsadviseur bij Atria. Atria beheert, verzamelt en deelt het erfgoed van vrouwenbewegingen en vertelt zo de verhalen die ons iets kunnen leren over het nu. Een belangrijke les leren we bijvoorbeeld van de vrouwen van de sigarenfabriek in Nieuwe Pekela. Zij lieten zich in 1969 geen gelijk loon ontzeggen. Hetzelfde geldt voor de loonkloof nu. Een deel van die loonkloof zou verklaarbaar zijn door deeltijdwerk of verschillen in beloningen tussen sectoren. Maar willen we de loonkloof in Nederland dichten, dan moeten we niet alleen gelijk belonen voor gelijk werk, maar ook kritisch kijken naar hoe we werk- en zorgtaken verdelen.
Een tientje extra
Het was puur toeval dat Grietje Schoonhoven ontdekte dat haar mannelijk collega’s van de sigarenfabriek Champ Clark in Nieuwe Pekela een tientje meer verdienden. Toen ze langs de mannenwerkplaats liep ving ze iets op over een loonsverhoging. Grietje besloot zonder omwegen te vragen hoe dit precies zat. Schoorvoetend gaf één van haar collega’s toe dat de mannelijke fabrieksarbeiders al enkele maanden tien gulden per week extra kregen. De tientallen vrouwelijke fabriekswerkers kregen niets. Woedend lichtte Grietje haar vrouwelijke collega’s in. De vrouwen haalden verhaal bij de directie van de fabriek, maar die wimpelde hen af. Dat tientje was terecht. De mannen deden toch immers zwaarder werk? Onzin, vonden de vrouwen. Ze besloten dat het tijd was voor radicale actie.
Een situatie als in de sigarenfabriek in Nieuwe Pekela, waarbij vrouwen voor hetzelfde werk minder verdienen dan mannen, is vandaag de dag verboden. In 1975 werd namelijk de Wet Gelijke Beloning ingevoerd. Sindsdien zijn werkgevers verplicht om mannen en vrouwen voor hetzelfde werk hetzelfde loon te geven.
Volgens sommigen is het probleem van de loonkloof in Nederland tegenwoordig dan ook niet meer zo urgent. Dat vrouwen gemiddeld minder verdienen komt immers ook omdat vrouwen vaker in deeltijd werken, of in slechter betaalde sectoren als de zorg. Feitelijk is dit juist, maar niet volledig. De les die de vrouwen van Nieuwe Pekela ons leren gaat opnieuw op: laat je niet te makkelijk afschepen met op het eerste oog zinnige argumenten.
Het begin van de wilde staking
Grietje Schoonhoven en haar collega’s lieten het er niet bij zitten. In 1969 legden de vrouwelijke werknemers van Champ Clark in Nieuwe Pekela het werk neer. Daarmee ging de allereerste ‘wilde’ vrouwenstaking (een staking buiten de vakbond om) van start. Al gauw keek het hele land mee naar wat er in het hoge noorden gebeurde. Zouden de vrouwen ook een tientje extra betaald krijgen?
Sinds de wet uit 1975 zet de overheid zich in om beloningsdiscriminatie op basis van gender uit te bannen. Om te controleren of de overheid daarin slaagt, meet het CBS hoe het staat met die gelijke beloning. In de Monitor Beloningsverschillen berekenen zij een gemiddeld ‘onverklaard’ beloningsverschil tussen vrouwen en mannen. Hierbij wordt gecorrigeerd voor ‘verklaringen’ voor het loonverschil tussen vrouwen en mannen, zoals het feit dat vrouwen vaker in deeltijd en laagbetaalde sectoren werken. Het resulterende percentage drukt uit hoeveel mannen gemiddeld meer verdienen voor gelijk werk onder gelijke omstandigheden. Dit verschil, in 2021 4% bij overheidsfuncties en 7% in het bedrijfsleven, is nog aanzienlijk, maar wordt bij elke meting een stukje kleiner.
Ongelijke start
Maar de jarenlange strijd voor gelijkwaardigheid leert ons dat de samenleving inherent ongelijk is ingericht. Zo kan het feit dat vrouwen vaker in deeltijd werken niet los gezien worden van onze maatschappelijke structuren. Met name moeders zijn verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van kinderen, waardoor zij vaker in deeltijd gaan werken. En in sectoren waar veel mannen werken, zoals de bouw en ICT, is het veel ongebruikelijker om in deeltijd te werken dan in sectoren waar veel vrouwen werken, zoals in zorg en onderwijs.
En zo zit het ook met veel andere ‘verklaringen’ voor de loonkloof. Vrouwen verdienen minder omdat ze in slecht betaalde sectoren werken – wat óók het gevolg is van ongelijke waardering van werk. Vrouwen verdienen minder omdat ze minder vaak in topposities zitten – wat óók het gevolg is van het stereotiepe beeld van mannelijk leiderschap. En vrouwen verdienen minder omdat ze een minder uitgebreid cv hebben – wat óók komt omdat ze na zwangerschap worden geacht de opvoeding voor hun rekening te nemen. Al deze structurele verklaringen voor de loonkloof verdwijnen in het onverklaarde beloningsverschil dat het CBS berekent. Als we willen weten hoe we de loonkloof definitief kunnen dichten, moeten we juist naar het ongecorrigeerde beloningsverschil kijken: het gemiddelde verschil tussen de lonen van mannen en vrouwen.
Wat is gelijk werk?
Oog hebben voor structurele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen heet gendersensitiviteit. Gendersensitiviteit laat zien dat genderneutrale oplossingen zoals gelijk loon voor gelijk werk niet altijd eerlijke oplossingen zijn.
Zo weten we dat hoe meer vrouwen er in een sector werken, hoe lager de lonen in die sector zijn. Dat is geen toeval. Uit het onderzoeksrapport ‘Vrij om te kiezen’ van Atria bleek namelijk dat mannen zich sterker laten leiden door genderstereotypen (gedragingen, attitudes, gedachten en emoties die op basis van geslacht als passend of kenmerkend worden beschouwd voor een persoon) bij het kiezen van een studie. Het stereotype schrijft bijvoorbeeld voor dat mannen veel moeten verdienen. Daar sorteren jonge mannen op voor door een studie en werk te kiezen die hen later een hoger salaris oplevert.
Daar komt bij dat competenties die we als ‘mannelijk’ beschouwen over het algemeen hoger gewaardeerd worden dan wat we als ‘vrouwelijke’ competenties zien. Zo wordt aan het opvoeden van kinderen of mantelzorg weinig waarde toegekend. Door ingesleten rolpatronen in gezinnen zijn het juist vaak vrouwen die deze onbetaalde arbeid op hun bordje krijgen. Onderzoek van het SCP laat zien dat vrouwen na het krijgen van een kind vaak in deeltijd gaan werken en dit blijven doen, ook als de kinderen minder zorg nodig hebben. Deze vrouwen doen veel onbetaalde arbeid die niet op hun cv terechtkomt, waardoor ze een achterstand opbouwen op mannen. De vraag is: doen deze vrouwen werkelijk minder belangrijk werk? De wet uit 1975 stelt dat ‘gelijk werk’ gelijk beloond moet worden. Maar wie bepaalt eigenlijk wat ‘gelijk werk’ is?
Meer dan een tientje extra
De vrouwen in Nieuw Pekela kregen wat zij verdienden: de directie ging overstag en beloonde vrouwelijke en mannelijke fabrieksmedewerkers gelijk. Zo werd de loonkloof in Nieuwe Pekela gedicht. In heel Nederland zijn we er nog lang niet. Waar de vrouwen van de sigarenfabriek recht hadden op een tientje extra, moeten wij een kloof van drie ton zien te dichten.