Persoonlijke ervaringen: functie verlies

In dit artikel

Als ze na haar zwangerschapsverlof terugkomt op kantoor, wordt Julia uit haar functie gezet. “Ik zou zogenaamd niet goed functioneren. De rechter heeft gehakt gemaakt van dat verhaal.” 

 

Ze moet eigenlijk al een beetje lachen om de vraag, of ze weleens te maken heeft gehad met ongelijke beloning. “Meerdere keren zelfs. Ik kan me bijna niet voorstellen dat anderen dat niet meemaken. Het is nog óveral, helaas.” 

In de organisatie waar ze werkte, was Julia de enige vrouw in het managementteam. Het valt op dat de mannen om haar heen bijna allemaal promotie maken en in een leaseauto van de zaak rijden. Ze neemt zich voor het tijdens haar functioneringsgesprek aan te kaarten. “Het gesprek vond ruim voor mijn verlof plaats. Ik had er alle vertrouwen in. Van mijn leidinggevende had ik daarvoor nog een e-mail ontvangen waarin hij aangaf dat hij heel tevreden was. Ook tijdens het gesprek beaamde hij dat. Na mijn verlof zouden we verder spreken over een promotie en een leuke leaseauto. Hij gaf wel aan dat hij het jammer vond dat ik straks een flinke tijd weg zou zijn.” 

Een paar weken voordat Julia met verlof gaat lijkt er op kantoor toch iets te veranderen. Ze krijgt de indruk dat ze nog maar weinig te zeggen heeft. Als ze tijdens vergaderingen met het team iets inbrengt, wordt er overheen gepraat. “Ik voelde gewoon dat er iets geks aan de hand was, maar kon er niet precies de vinger op leggen. Het enige dat was veranderd, was dat ik inmiddels een enorme buik had!” Omdat het haar toch niet helemaal lekker zit, sluit ze als ze met verlof gaat een rechtsbijstandsverzekering af. “Ik had het gevoel dat het nog wel eens raar kon lopen.” 

Kort na haar verlof wordt dat gevoel direct bevestigd. De sfeer is ijzig en Julia moet bij de directeur komen voor een gesprek. “Daar hoorde ik dat ik een andere, lagere functie zou krijgen. De promotie en de auto waren van de baan. ‘We vinden dat je slecht functioneert,’ werd me gezegd.” Om de vreemde uitleg die ze krijgt kan ze inmiddels lachen. “Ik had een strategische, financiële functie, en hield me bezig met grote budgetten en het aansturen van teams, maar kreeg opeens te horen dat ik te vaak mijn bureau rommelig achterliet. Absurd!” Julia reageert kalm en vraagt of de directeur haar een e-mail kan sturen, zodat ze nog eens kan nalezen wat er nu precies aan de hand is.

Als de eerste schok voorbij is neemt Julia contact op met een advocaat. “Aanvankelijk ging ik nog naar kantoor, maar ik voelde me daar erg onveilig. Collega’s meden me, omdat ze hun eigen baan niet in gevaar wilden brengen. Er heerste echt een angstcultuur. Ik werd er letterlijk ziek van en kwam thuis te zitten. Uiteindelijk kwam de zaak voor de rechter. Daar maakte de rechter gehakt van het verhaal van mijn werkgever.” De partijen komen tot een schikking. Voor Julia voelt de uitkomst niet als een overwinning. “Je trekt alsnog aan het kortste eind. Ik was uitgeput en bleef achter zonder baan. Onbezorgd genieten van mijn jonge kind was er niet bij. Zo’n conflict neemt je helemaal in beslag.” 

Volgens Julia zou het helpen als procedures en systemen veranderen. “Bedrijven hebben veel te veel macht. Als werknemer is het lastig in dit soort situaties aan te tonen dat er sprake is van discriminatie. Bovendien kost het veel geld om de gang naar de rechter te maken. Ik had het geluk dat ik mijn gevoel had gevolgd en die rechtsbijstandverzekering had afgesloten. Het zou goed zijn als de verantwoordelijkheid wordt omgedraaid. Dat je als werknemer een klacht kunt indienen en dat de werkgever dan aan zet is om te bewijzen dat er géén sprake is van discriminatie. Wat mij betreft moet daarom ook de wetgeving veranderen, zodat werknemers beter worden beschermd en een sterkere positie hebben.” 

 

Om privacyredenen is de naam in dit stuk gefingeerd.